Wordt Europa het eerste klimaatneutrale continent? Zo doet België het
In de strijd tegen de klimaatverandering heeft de Europese Unie klimaat- en energiedoelstellingen vooropgesteld in de zogenaamde The EU green deal. Hiermee plant de Europese Unie om tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent worden. The EU green deal zou leiden tot een gezonder klimaat, meer betaalbare energie, slimmer vervoer, nieuwe banen en een algehele betere levenskwaliteit.
Als lidstaat van de Europese Unie heeft ook België ingetekend op dit samenwerkingsakkoord. Zo probeert België zijn steentje bij te dragen door de uitstoot van de broeikasgassen aanzienlijk te verminderen.
Uit statistieken van 2018 van het Internationaal Energieagentschap blijkt dat de bouwsector verantwoordelijk is voor 40% van de CO2-uitstoot wereldwijd. Volgens de Confederatie Bouw moet België nog zo’n 135 000 renovaties per jaar realiseren om de Europese klimaat- en energiedoelstellingen tegen 2050 te behalen. Dit komt neer op vijftien renovaties per uur. Er moet dus nog een enorme steen verlegd worden.
Het belangrijkste onderdeel van de Europese Green Deal zijn de energiedoelstellingen. In België leidt energiegebruik tot de productie van een grote hoeveelheid broeikasgassen. In 2020 was 36.6% van de totale uitstoot hieraan te wijten. Meer specifiek, wordt 17.9% uitgestoten tijdens industriële toepassingen, 13.8% tijdens het verwarmen van residentiële gebouwen en 4.9% tijdens het verwarmen van tertiaire gebouwen.
Om broeikasgasemissie te drukken besloot de Europese Unie, via de Europese energiedoelstellingen, om te focussen op twee luiken. Enerzijds streven zij naar een lager energiegebruik en anderzijds willen ze energie op een meer milieuvriendelijke manier opwekken. Hierdoor zal de onderlinge verhouding van de verschillende energiebronnen, de energiemix genoemd, de komende jaren sterk wijzigen.
Welk effect een bepaalde energiemix op het milieu heeft, kunnen we via verschillende technieken uitdrukken. In de literatuur gebruikt men de primaire energie of CO2-intensiteitsfactor. Om milieueffecten in een ruimere context te bekijken, zoals het effect van de energiemix van een woning, gebruikt Ulrike Roose de milieu-impact als beoordelingsmethodiek.
Toekomstige elektriciteitsmix van België
In de veronderstelling dat elk Europees land erin zou slagen om de klimaat- en energiedoelstellingen te halen, kunnen we een voorspelling maken van de toekomstige Belgische elektriciteitsmix. Daarmee is te zien dat kernenergie zal uitfaseren tegen 2025, gas zal uitdoven tegen 2050 en dat zowel zonne-energie als windenergie de bovenhand nemen.
De geplande Belgische elektriciteitsmix tussen 2022 en 2082. Grafiek: Ulrike Roose
Milieu-impact van de Belgische elektriciteitsmix
Welke effecten heeft dit echter op het milieu? Om dit na te gaan, bepaalde Roose de milieu-impact voor één kilowattuur elektriciteit per jaar, wat dan wordt uitgedrukt in milieupunten. De totale milieu-impact doorheen de jaren zal eerst stijgen tot in 2030, maar daarna dalen. Aangezien de Europese Unie tegen 2050 streeft naar een klimaatneutraal continent, ligt dit eindpunt voorlopig vast.
Echter zal de nodig transitie voor het behalen van de klimaat- en energiedoelstellingen doorwegen op haar reactie op de klimaatveranderingen. Om deze reden moeten we ook zoeken naar een alternatief scenario. Hierbij zou de totale milieu-impact van de beginjaren (2022-2050) lager liggen in dan de huidige voorspellingen.
Milieu-impact van de geplande Belgische elektriciteitsmix. Grafiek: Ulrike Roose
Houdt België dan toch geen kernuitstap in 2025?
In België is er al gedurende een lange tijd een discussie aan de gang over het sluiten van kerncentrales. Ondertussen zou ons land de nucleaire centrales van Doel en Tihange, die in 2025 zouden moeten sluiten, toch blijven gebruiken tot 2035. Dit komt door de prijsstijgingen van gas ten gevolge van de oorlog in Oekraïne.
Indien de kerncentrales in Doel en Tihange langer open zouden blijven, kan België één miljard euro extra investeren in de overgang naar hernieuwbare energie. Dit is een nieuw scenario waarover de regering onderhandelt.
Het is echter nog niet duidelijk of deze centrales daadwerkelijk open zullen blijven. De huidige regeringscoalitie moet dit nog verder behandelen. Voordat we een duidelijk standpunt kunnen innemen, moeten we eerst kijken naar de milieu-impact van dit voorstel.
De globale trend van dit nieuwe scenario vertoont een lagere milieu-impact dan het huidig voorspelde basisscenario. Het nieuwe idee zou een betere impact op het milieu hebben van 12% ten opzichte van het basisscenario. Roose stelt dat, op vlak van milieu-impact, het beter zou zijn om te investeren in het alternatieve scenario dan in het basisscenario.
Milieu-impact van het kernscenario tussen 2022 en 2082. Grafiek: Ulrike Roose
Uit deze observering volgt dan de vraag: waarom wordt, vanuit het eerdere beleid, niet ingezet op kernenergie, wanneer deze energiebron goed scoort volgens de onderzochte milieueffecten?
De reden hiervoor is dat een grote investering in kernenergie kan leiden tot een tekort aan Uranium. Daarnaast is het bouwen van een kerncentrale relatief moeilijk. Dit duurt gemiddeld 15 jaar. Om deze redenen zouden we pas in 2037 het effect zien van een huidige investering in kernenergie.
In combinatie met de vooropgestelde klimaat- en energiedoelstellingen heeft deze investering weinig nut. In 2037 zouden hernieuwbare energiebronnen al 71% van de totale energiemix innemen.
Foto: Burghard via Pixabay
Bovendien moeten we ook naar andere aspecten kijken dan enkel de effecten op het milieu. Zo speelt het emotionele aspect van kernenergie ook mee. Sinds de kernrampen van Tsjernobyl en Fukushima, respectievelijk in 1986 en 2011, kijken we met een negatievere blik naar kernenergie. De strijd tegen klimaatverandering weegt niet op tegen het emotionele leed dat deze rampen teweeg hebben gebracht.