Sociale distributie-platformen tegen voedselverspilling: win-win tussen sociale en circulaire economie

Winner 2021
On the thesis of Fien Mertens
Het voedselherverdelingslandschap in Vlaanderen: een casestudy (2021)
Promotor(en) Katrien Verleye, Faculteit Economie en Bedrijfskunde
SDG 1 – Geen armoede | SDG 2 – Geen honger | SDG 8 – Waardig werk en economische groei | SDG 11 – Duurzame steden en gemeenschappen | SDG 12 – Verantwoorde consumptie en productie | SDG 17 – Partnerschap om doelstellingen te bereiken
groenten-cc-Magda-Ehlers-via-Pexels-scaled
Foto: cc cc Magda Ehlers via Pexels
Redactie door
Fien Mertens, Febe Visart
Voedselherverdeling is een prachtig initiatief. Enerzijds vermindert het voedselverspilling. Anderzijds bestrijdt het armoede door voedselondersteuning en sociale tewerkstelling. Maar… deze doelstellingen worden in Vlaanderen nog niet voldoende bereikt. Waarom niet? En hoe kan het beter?

Voedsel in de vuilnisbak

Fien Mertens onderzocht dit probleem in haar masterproef. Als jobstudent in een lokale supermarkt was ze elk jaar opnieuw verbaasd hoeveel voedsel er – in haar ogen – telkens in de vuilnisbak belandde. Waarom kan dit? En vooral, waarom doet niemand daar iets aan?

Die laatste vraag bleek niet geheel terecht. Er zijn wel degelijk initiatieven om te vermijden dat voedseloverschotten in de vuilnisbak terechtkomen. Colruyt Group bijvoorbeeld, de grootste Belgische retailer waarbij duurzaam ondernemen in het DNA zit, ondersteunt deze initiatieven maar al te graag.

Het bedrijf ervaart echter een grote logistieke kloof om de voedseloverschotten herverdeeld te krijgen, zeker op een grootschalig bovenlokaal Vlaams niveau. Deze kloof wordt lokaal al deels gedicht dankzij recent ontstane sociale distributieplatformen. Dit zijn platformen die via sociale tewerkstelling voedsel ophalen bij onder meer retailers, deze sorteren en tot slot herverdelen naar sociale hulporganisaties die in contact staan met mensen in armoede.

Casestudy

Concreet vroeg Fien Mertens zich af waarom de doelstellingen van sociale distrubutieplatformen in Vlaanderen nog onvoldoende worden bereikt. Ze onderzocht deze vragen aan de hand van een casestudy van het voedselherverdelingslandschap in Vlaanderen in 2020-2021, een onderzoeksbenadering die zeer geschikt is om een grondig diepte-inzicht te verkrijgen.

Naast het analyseren van grijze literatuur, nam ze 14 semigestructureerde en kwalitatieve diepte-interviews af, observeerde ze een van de respondenten en organiseerde ze een terugkoppelingsmoment met enkele respondenten van de diepte-interviews.

Van voedseloverschotten bij retailers naar sociale distributieplatformen

Retailers hebben een enorm aanbod aan voedseloverschotten. Dit zijn voedingswaren die uit het commerciële systeem worden gehaald en niet meer beschikbaar zijn voor verkoop. Daarom is het relevant om de oorzaken en gevolgen van voedseloverschotten op het niveau van retail te beschrijven.

Voedseloverschotten bij retailers kunnen door herverdeling worden ingezet in de strijd tegen voedselverspilling, maar bijkomend ook in de strijd tegen armoede. Om die reden worden sociale distributieplatformen voorgesteld als logistieke brug tussen de voedseloverschotten van retailers en sociale hulporganisaties.

Sociale distributieplatformen voor voedselherverdeling

Het voedselherverdelingslandschap in Vlaanderen representeert een complex systeem. Met een systeem bedoelen we een reeks onderling samenhangende componenten die naar een gemeenschappelijk doel toewerken. Mertens besteedt hierbij in het bijzonder aandacht aan het herverdelen van voedseloverschotten van retailers via sociale distributieplatformen, als ingebed systeem binnen het voedselherverdelingslandschap.

[caption id="attachment_2167" align="aligncenter" width="589"] Foto: cc Department of Foreign Affairs and Trade[/caption]

Ondanks vele inspanningen, worden de maatschappelijke doelstellingen van het voedselherverdelingslandschap vandaag nog niet voldoende bereikt. Daarom bestudeert Mertens sociale distributieplatformen als innovatiesystemen, ingebed in het Vlaamse voedselherverdelingslandschap.

Ze gebruikt daartoe het raamwerk van Wieczorek en Hekkert, die een gecombineerde structurele-functionele analyse voorstellen. Concreet laat deze methode toe om systeemproblemen te identificeren die het realiseren van deze doelstellingen belemmeren en om systemische beleidsinstrumenten voor te stellen om deze problemen aan te pakken.

Vijf grote problemen

Dankzij dit conceptuele kader kon Mertens het landschap van de voedselherverdeling voorstellen als een complex systeem, bestaande uit verschillende actoren, instituties, interacties, en infrastructuren. Ze identificeerde vijf belangrijke systemische problemen die de realisatie van de maatschappelijke doelstellingen van sociale distributieplatformen in het Vlaamse voedselherverdelingslandschap belemmeren.

Ten eerste is er een overaanbod aan voedseloverschotten, waarvan nog niet alles wordt gedoneerd. Het huidige systeem van herverdeling kan al deze voedseloverschotten niet meer aan en nadert zijn limiet. Dit is te wijten aan systeemproblemen bij actoren die rechtstreeks of onrechtstreeks bij de herverdeling van voedsel zijn betrokken, denk aan schenkers, herverdelers en afnemers, maar ook aan financiers, wetgevers en beleidsmakers.

Bij actoren die rechtstreeks betrokken zijn, doen zich drie systeemproblemen voor: Ze belemmeren vooral lokale operationele interacties in verband met de herverdeling van voedsel. Deze interacties zijn noodzakelijk omdat schenkers – eventueel via herverdelers – het voedsel fysiek moeten vervoeren naar afnemers. Deze interacties zijn ongestructureerd en/of star als gevolg van de lokale diversiteit, een gebrek aan fysieke infrastructuur en een verschil in organisatiecultuur tussen retailers en herverdelers of afnemers.

Het vijfde systeemprobleem situeert zich bij de indirecte actoren. Het Vlaamse herverdelingsbeleid is zwak, doordat er zoveel actoren en interacties aan te pas komen.

Verantwoordelijkheid, coördinatie en financiële middelen

Deze vijf problemen belemmeren de opschaling van het huidige systeem of de uitbouw van een Vlaams voedselherverdelingsnetwerk, wat de realisatie van de maatschappelijke doelstellingen bemoeilijkt.

Vlaamse beleidsmakers kennen de nood aan opschaling of innovatie en erkennen dat ze zelf een rol moeten spelen. Er zijn in Vlaanderen dan ook al vele initiatieven en engagementen opgestart om de opschaling te realiseren, maar de meeste bevinden zich nog in de ontwerpfase. Beleidsmakers stootten telkens op knelpunten en/of systeemproblemen die de opschaling verhinderen. Een opschaling of innovatie van het huidige systeem vereist namelijk drie voorwaarden, die simultaan vervuld moeten worden.

Ten eerste moeten alle actoren hun rol en verantwoordelijkheden kennen en opnemen. Vervolgens rijst de vraag bij welke actoren dit nog niet het geval is. Mertens onderzocht dit aan de hand van de systeemproblemen en ontdekte dat alle actoren hier baat bij hebben. Tot slot rest de vraag op welke manier geresponsabiliseerd kan worden. Hiervoor kunnen zowel formele als informele instituties of instrumenten worden ingezet. Terwijl het raamwerk van Wieczorek en Hekkert voornamelijk beleidsinstrumenten voorstelt, tonen haar resultaten aan dat elke actor een verantwoordelijkheid draagt.

Ten tweede is het van belang om de rollen en verantwoordelijkheden lokaal op elkaar af te stemmen en bovenlokaal te coördineren. Sociale distributieplatformen nemen een centrale rol in voor de lokale afstemming tussen de direct betrokken actoren. Voor de coördinatie op bovenlokaal niveau kan een formele koepelorganisatie voor de sociale distributieplatformen worden opgericht, een overkoepelend Vlaams IT-netwerk worden opgezet, de vraag naar en het aanbod van voedseloverschotten op elkaar worden afgestemd en een structurele en complementaire samenwerking tussen de (provinciale) voedselbanken en de sociale distributieplatformen worden gestimuleerd.

[caption id="attachment_2168" align="aligncenter" width="565"] Foto: cc Andrea Leganza[/caption]

Tot slot moeten er voldoende logistieke en financiële middelen aanwezig zijn. Maar wie moet deze financiering op zich nemen? En op welke manier kunnen deze actoren een bijdrage leveren? Mertens’ onderzoek toont dat de Vlaamse overheid een rol heeft op te nemen, maar dat ook andere actoren, zoals retailers en lokale besturen, structurele financiering dienen te voorzien. Ze moeten daarnaast telkens vermelden waarvoor ze deze financiële middelen aanwenden.

In deze resultaten zitten twee rode draden verweven. Ten eerste bevinden sociale distributieplatformen voor voedselherverdeling zich in een zeer complex systeem, wat meteen de belangrijkste oorzaak van systeemproblemen is. Met andere woorden, de resultaten bevestigen de noodzaak tot systeeminnovatie. Ten tweede moeten alle actoren worden betrokken.

Overkoepelend logistiek netwerk van sociale distributieplatformen

Op basis van deze drie voorwaarden formuleerde Mertens enkele concrete aanbevelingen. Ze is van mening dat het lezen van dit rapport een eerste stap kan vormen om alle actoren verantwoordelijk te stellen. Bovendien mag de focus op het voorkomen van voedseloverschotten en -verspilling niet verloren gaan. Tot slot is er nood aan de uitbouw van een professioneel, overkoepelend logistiek netwerk van sociale distributieplatformen in Vlaanderen, die de rol van herverdelers op zich nemen. De aanpak die ze aanraadt, bestaat uit drie grote stappen: het ontwikkelen van een Vlaams IT-netwerk, het uitbouwen van een Vlaams logistiek netwerk en het opstarten van een pilootproject.

Het Vlaams IT-netwerk moet de herverdeling van voedseloverschotten opvolgen. Hier ligt de (eenmalige) investeringsrol bij de Vlaamse overheid, namelijk bij de drie ministers samen en/of bij Vlaanderen Circulair. Zij moeten in de eerste plaats zorgen voor voldoende technische infrastructuur, en een gestroomlijnd proces ontwikkelen. Daarnaast moeten ze de gegevens van deze monitoring op een overkoepelende manier beschikbaar maken en gebruiken om inzicht te krijgen in de prestaties van de herverdeling van voedseloverschotten.

Op basis van deze gegevens moeten ze dan een concreet plan voor een Vlaams logistiek netwerk van sociale distributieplatformen ontwikkelen. Daarbij moeten ze onder meer afwegen wat de ideale locatie en dekkingsregio is, hoe ze professionalisme kunnen garanderen op vlak van arbeid en infrastructuur, hoe ze de SMART doelstellingen van het logistiek netwerk kunnen bereiken en tenslotte hoeveel financiële middelen er nodig zijn en welke actoren hierin zullen voorzien.

In een laatste stap kunnen ze een (regionaal) pilootproject opstarten. Zo kunnen ze nagaan of de doelstellingen worden gehaald, de economische en logistieke haalbaarheid evalueren en waar nodig, het logistiek plan verbeteren met de input en feedback van alle actoren.

Pak voedselverspilling aan

De bevindingen van Mertens kunnen een bijdrage leveren aan alle actoren in het Vlaamse voedselherverdelingslandschap, aangezien ze de standpunten van verschillende soorten actoren in kaart bracht. Dit kan leerrijk voor hen zijn en de aanzet geven om hun verantwoordelijkheid op te nemen.

De problematiek blijkt echter niet te liggen bij het ‘niet-willen’, maar eerder bij het ‘praktisch-moeilijk-te-organiseren’. Haar aanbevelingen kunnen een startpunt vormen voor een sterk Vlaams voedselherverdelingsbeleid met betrokkenheid van alle actoren.

Mertens roept Vlaamse en lokale beleidsmakers op om een moedige stap te zetten om het probleem van voedselverspilling op grote schaal aan te pakken. Meer nog, haar masterproef reikt concrete stappen aan waarmee ze meteen aan de slag kunnen gaan.

 

Meer weten over dit onderzoek? Contacteer Fien Mertens via duurzaam@ugent.be.

Over Fien Mertens

23 jaar; Affligem Master of Science: Business Engineering: Operations Management @ UGent Micro Degree Sustainability @ HOGent Internship @ FoodWIN Voor mij ziet de toekomst er goed uit op voorwaarde dat er eens echt iets verandert. We moeten een shift creëren in de manier van produceren, consumeren en leven. Ik denk dat onze generatie daartoe bereid kan zijn. Zelf wil ik nog veel van de wereld ervaren. Ik wil bijleren en groeien in de manier waarop ik met mensen omga. Met dit onderzoek hoop ik voornamelijk een startschot te kunnen geven voor de systeemverandering die nodig is. Daarnaast geloof ik ook heel erg in de preventie van voedselverspilling, naast de herverdeling van overschotten.