Op weg naar minder CO2 en meer geothermie

On the thesis of Luka Tas
The Potential for Aquifer Thermal Energy Storage in Low-Permeable Sediments: A feasibility study on Campus Sterre, Ghent University, Belgium (2022)
Promotor(en) prof. Thomas Hermans, Faculteit Wetenschappen
SDG 7 - Betaalbare en duurzame energie | SDG 9 – Industrie, innovatie en infrastructuur
construction-site-g51e286111_1920
Foto: SatyaPrem via Pixabay
Redactie door
Luka Tas; Febe Visart
Een gebouw op een groene manier met behulp van de ondergrond voorzien van koeling en verwarming is een innovatief concept dat ook in Vlaanderen diverse toepassingen kent. Toch lijkt geothermie eerder uitzondering dan regel. Hoe komt dit, zelfs in deze tijden van energie- en klimaatcrisis en belangrijker: hoe kunnen we het tij keren? Tijd om grenzen op te zoeken en wie weet zelfs te verleggen.

Het grondwater in Vlaanderen haalde de afgelopen jaren geregeld het nieuws. Vaak gaat het over droogte, maar wist je dat we grondwater ook kunnen inzetten in de strijd tegen broeikasgassen? Het gebruik van ondiepe geothermie zou wel eens dé sleutel kunnen zijn tot succes voor een drastische daling van onze CO2-uitstoot.

Hoe grondwater zijn steentje kan bijdragen

Herinner je je vorige zomer nog? Snikheet was het, ook binnenshuis. Alles was welkom om de binnentemperatuur te doen dalen tot een aangenaam niveau. Een geothermisch systeem kan daarbij helpen op een groene en duurzame manier.

Hiervoor zijn twee grondwaterputten nodig: een koude en een warme. In de zomer wordt water via de koude put onttrokken aan de grond met een pomp. Dit koude water zorgt voor afkoeling terwijl het de warmte van de omgeving opneemt. Daarna wordt het opgewarmde water opnieuw geïnjecteerd in de grond via de warme put.

In de winter willen we binnen juist gezellig opwarmen. Dan kan water, met de opgeslagen thermische energie van de zomer, onttrokken worden via de warme put en deels verder opgewarmd worden met een warmtepomp. Dit water zal zijn warmte afgeven aan de omgeving binnenshuis. Het daardoor afgekoelde water zal op zijn beurt opnieuw in de koude put worden geïnjecteerd.

In het daaropvolgende seizoen zullen we de opgeslagen thermische energie niet altijd volledig opgebruiken. Hierdoor zal de omgeving rond de koude put steeds meer afkoelen en die rond de warme put steeds meer opwarmen. De efficiëntie van het systeem zal dus toenemen met de tijd. Al het onttrokken grondwater wordt ook opnieuw geïnjecteerd; zo wordt het eerder genoemde probleem van nakende droogtes niet in de hand gewerkt.

grafische weergave van het BEO-systeem Figuur: gebaseerd op Bloemendal and Hartog, 2018. Geothermics 71, 306–319.

Dit klinkt als muziek in de oren, nietwaar? Toch mogen we niet te vroeg juichen. Eerst en vooral zijn de investeringskosten hoog en hebben de pompen energie nodig, die liefst groen is natuurlijk. Daarnaast is een goede isolatie een must om de ondiepe geothermie rendabel te maken. Hoe slechter de isolatie, hoe meer energie de warmtepomp zal moeten leveren om de binnentemperatuur tot de gewenste temperatuur te doen stijgen.

Tot slot beïnvloeden een aantal geologische factoren de werking, efficiëntie en haalbaarheid van dit soort systemen. De doorlatendheid van de bodem, bijvoorbeeld, die bepaalt hoe makkelijk grondwater kan stromen, trekt namelijk meteen de grens tussen twee soorten geothermische systemen.

KWO is the way to go

Aan de ene kant hebben we koude-warmteopslag- (KWO-) systemen, die we gebruiken voor grote projecten zoals kantoorgebouwen, ziekenhuizen en scholen. Deze onttrekken en injecteren effectief grote volumes water aan en in de bodem. Ze hebben dus over het algemeen een groot vermogen maar hebben nood aan een bodem met goede doorlatendheid.

Aan de andere kant kan je kiezen voor boorgat-energieopslag- (BEO-) systemen. Deze zijn de gebruikelijke oplossing in gebieden waar een dik doorlatend sedimentpakket ontbreekt aangezien hiervoor water enkel moet stromen door buizen. De overdracht van thermische energie naar de ondergrond gebeurt dan via warmtegeleiding. Ze worden echter alleen aangeraden als de energiebehoefte beperkt blijft, zoals voor een enkel huis; anders zijn er veel putten nodig waardoor de investeringskost snel oploopt.

Grafische weergave van het KWO-systeem Figuur: gebaseerd op Bloemendal and Hartog, 2018. Geothermics 71, 306–319.

KWO-systemen zijn dus de beste manier om jouw budget optimaal te benutten voor het produceren van grotere vermogens aan duurzame energie. Dit is interessant wanneer we een grote daling van de CO2-uitstoot beogen. Spijtig genoeg wordt een groot deel van de Vlaamse ondergrond ongeschikt geacht omwille van de lage doorlatendheid.

Gelukkig hoeft het hier nog niet te stoppen. Voor haar masterproef besloot Luka Tas namelijk de status quo uit te dagen en na te gaan of het in sommige gevallen alsnog mogelijk is. Hiervoor trok ze niet ver weg van huis; de studie ging door op campus De Sterre van de Universiteit Gent. Daar is het doel om in de toekomst CO2 neutraal te worden en dit kan niet zonder innovatie.

De grenzen van het systeem verleggen

Met een duidelijk doel voor ogen ging ze aan de slag met een combinatie van veldwerk en computersimulaties. Ze voerde een aantal pompproeven uit om zo het maximale debiet te bepalen waarmee water uit de ondergrond onttrokken of terug geïnjecteerd kan worden. Daarnaast verzamelde ze datasets om het computermodel op te bouwen. In de putten installeerde ze meeteenheden om seizoensgebonden variaties in het waterniveau op te volgen. Tot slot voerde ze testen uit om het risico voor verstopping van de putten door fijne sedimentdeeltjes in te schatten.

Met gunstige testresultaten op zak kon ze het computermodel, dat de ondergrond van het studiegebied weergeeft, opbouwen en kalibreren zodat het de stroming van het grondwater zo goed mogelijk weergeeft.

Om te voorzien in de energiebehoefte berekende ze aan de hand van het maximale debiet dat zo’n 22 warme en 22 koude putten nodig zijn. Deze simuleerde ze in verschillende opstellingen. Dit wil zeggen dat het geothermisch systeem ‘getest’ werd voor een periode van 20 jaar bestaande uit een opeenvolging van telkens 6 koude en 6 warme maanden.

De moeilijkheid was de verandering in waterhoogtes in de buurt van de putten te beperken en een verbinding tussen de warme en koude zones in de ondergrond te vermijden. Na heel wat trial and error kon ze aantonen dat zelfs in dit studiegebied, waar een dikke productieve grondwaterlaag ontbreekt, KWO hoogstwaarschijnlijk toch mogelijk is als we de putten in een dambordpatroon schikken.

Bovendien is beter in dit geval ook goedkoper. Een korte economische analyse wees uit dat dit systeem wel 2,4 keer kostvriendelijker zou zijn dan een BEO op dezelfde plaats, wat neerkomt op een besparing van wel 2 miljoen euro!

Zo zie je maar dat er soms meer mogelijk is dan je eerst dacht.

Over Luka Tas

Als 23-jarige ben ik vorig schooljaar afgestudeerd aan de UGent als master in de geologie. Intussen ben ik daar een doctoraatsstudent waar ik met veel enthousiasme mijn werk over ondiepe geothermie verderzet. Om een duurzame ontwikkeling te bereiken ben ik een groot voorstander van het gebruik van koude-warmte opslag (KWO) systemen. Niet alleen vanwege zijn brede toepasbaarheid maar ook vanwege het grote potentieel om de CO2 uitstoot te verminderen die gerelateerd is aan het verwarmen en koelen van gebouwen (waar de laatste tijd een stijgende vraag naar is). Mijn huidig onderzoek richt zich op het optimaliseren van thermische energieopslag in ondiepe watervoerende lagen door middel van geavanceerde onzekerheidskwantificering. Het gebruik van ondiepe geothermie op zich is algemeen bekend, maar ik ben ervan overtuigd dat er aan dit aspect nog een sterke behoefte is. Het is noodzakelijk aangezien de toenemende interesse in KWO ons ondergrondse systeem extra onder druk zal zetten en complexere reservoirs een doelwit zullen worden. Het is dus belangrijk om beter geïnformeerde beslissingen te maken en KWO systemen te optimaliseren onder deze onzekerheid. Om dit te doen wil ik het stochastische raamwerk genaamd Bayesian Evidential Learning naar een schaal brengen die relevant is voor KWO-systemen om te bewijzen dat het ook bedrijven in deze sector ten goede kan komen.