Neighbourfood

On the thesis of Glenn Willems
The Landed Community Kitchen in the Agroecological Transformation of the City: A Neighbourhood Approach (2023)
Promotor(en) Michiel Dehaene, Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur
SDG 11 – Duurzame steden en gemeenschappen | SDG 12 – Verantwoorde consumptie en productie
Figuur: Glenn Willems
Redactie door
Glenn Willems; Emma Verboven
Als consumenten zijn we nooit eerder zo ver verwijderd geweest van ons voedsel en de producenten ervan. We leven in een maatschappij die het destructief voedselsysteem in stand houdt en de landbouw alsmaar verder wegduwt. Wie alert is, heeft al snel door dat het huidige voedselsysteem gedoemd is te falen. Een duurzame grootschalige voedseltransitie is echter niet mogelijk zonder een transitie van de landbouw en dus ook van het stedelijk voedselmilieu. Toch voeren we vandaag beide conversaties in afwezigheid van de landbouwers. Daarom vormt Glenn Willems met zijn onderzoek een tegenbeweging en beeldt zich de stedelijke voedseltransitie in samen mét de producenten, met de buurtkeuken als vertrekpunt.

De status quo doorbreken

Iedereen heeft lucht, water en voedsel nodig om te overleven. Toch wordt voedsel en de productie ervan steeds meer als vanzelfsprekend beschouwd.

De voedselketen werd geglobaliseerd en evolueerde tot een destructieve praktijk voor zowel alle levende wezens, als voor de planeet zelf. Vandaag is de keten in handen van enkele grote bedrijven die wereldwijd boeren en bodems uitbuiten, terwijl ze de consument op een supermarktdieet zetten, met als enige drijfveer winstmaximalisatie.

Eén van de gevolgen is de vervreemding van consumenten en producenten. Dit is voornamelijk merkbaar in steden, die de landbouw alsmaar verder wegduwen. Pas wanneer het systeem verstoord raakt, zoals bijvoorbeeld door één of andere pandemie, worden stedelingen zich bewust van hun dependentie. Ze beseffen plots dat ze volledig afhankelijk zijn van internationale bedrijven voor gevulde supermarktrekken. We herinneren ons allemaal wel de 21ste-eeuwse pasta-schaarste in de Belgische supermarkten.

Er is dus duidelijk nood aan een alternatief voedselsysteem. Eén waar mensen lokaal de controle over hebben, dat veel duurzamer, veerkrachtiger, en rechtvaardiger is. Dit betekent echter: een alternatief ontwikkelen voor een reeds superefficiënt economisch systeem. Het wordt steeds duidelijker dat verandering niet van bovenaf zal komen (de markt, de politiek, etc.), maar moet worden opgebouwd van onderuit, door directe betrokkenheid van de burgers.

Voedsel als een 'urban question'

Transitie van het voedselsysteem is enkel mogelijk als ook de steden mee transformeren. Voedselproductie is toch allesbehalve stedelijk? Op het eerste gezicht misschien wel, maar elke gemaakte planningskeuze heeft impact op hoe het voedselsysteem kan en zal georganiseerd worden. Zo bepaalt de mobiliteitsinfrastructuur mee de toegang tot voedsel, de ontwikkeling van de havens beslist wat we importeren en exporteren en gefragmenteerd wonen leidt tot een gefragmenteerde vraag naar voedsel.

Steden, als enorme concentraties van consumenten, zijn afhankelijk van een dagelijkse (immense) instroom aan voedsel. De manier waarop zij in de toekomst zullen omgaan met deze vraag zal dus een enorme impact hebben op de organisatie van het voedselsysteem.

Agro-ecologische Stedenbouw

Veel steden zijn zich bewust van de problematiek en werken aan een stedelijk voedselbeleid. Vandaag ligt de focus voornamelijk op de consumentenzijde, terwijl langs de andere kant het stedelijk landbouwpatrimonium de deur uitvliegt. Agro-ecologische stedenbouw probeert evenwel de producenten terug te betrekken in dit verhaal. Om opnieuw de connectie te maken tussen de landbouw en de stad, die er eeuwen geleden altijd al was.

Agro-ecologie

Een duurzamer voedselsysteem vraagt eveneens een duurzamer landbouwmodel. Hier komt agro-ecologie in beeld. Dit veelzijdige begrip slaat zowel op een wetenschappelijke discipline, een landbouwpraktijk, als een sociale en politieke beweging. Ongeacht welke vorm, agro-ecologie steunt op een optimale interactie tussen planten, dieren, mensen en de omgeving. Het bewijst steeds vaker een goede oplossing te zijn voor allerlei uitdagingen, zowel in theorie als in de praktijk.

Figuur: Glenn Willems; Edmond Van Beverenplein inzetten als Foodhub, met een koppeling aan de naastgelegen school waar keukeninfrastructuur opnieuw wordt uitgebouwd en na de schooluren functioneert als buurtkeuken.

De 'landed community kitchen'

Agro-ecologische stedenbouw bevat geen eenduidige aanpak. Transitie van de steden, maar ook het voedselsysteem, kan én zal vanuit verschillende hoeken komen. Om deze nieuwe discipline meer tastbaar te maken, werd een reeks van bouwblokken of projecten samengesteld waarrond producenten en steden zich samen kunnen engageren. Eén van die bouwblokken is de landed community kitchen, letterlijk vertaalt als de gelande of grondgebonden buurtkeuken.

Dit concept stelt een geëvolueerde versie van de huidige liefdadigheidskeukens voor. In tegenstelling tot deze keukens zijn landed community kitchens niet afhankelijk van voedseloverschotten uit de conventionele keten. Ze draaien daarentegen op lokaal geteeld (vandaar landed) kwalitatief voedsel. Het idee om mensen terug te verbinden rond de gemeenschappelijke basisbehoefte van voedsel en eten als sociaal gebeuren, helpt eveneens het stigma te breken dat deze buurtkeukens bestemd zijn voor de armen. In bredere zin volgt de landed community kitchen de principes van agro-ecologie.

Deze keukens staan toe om voedsel terug centraal te stellen in de wijk en verandering te structureren vanuit een nabijheidslogica, lokaal verankerd, in de handen van de gemeenschap. Vertrekken vanuit de keuken ent zich op het raakvlak tussen consumenten en producenten, namelijk voedsel.

Figuur: Glenn Willems; Bestaande keukeninfrastructuur van het P.C. Dr. Guislain (en het museum) opnieuw in gebruik nemen en omvormen tot een buurtkeuken, met (voedsel)productieve open ruimtes rondom.

Transformatief karakter

Het creëren van grondgebonden buurtkeukens in elke wijk is zeker niet het doel, noch dé oplossing. Het is eerder een middel om transformatie in gang te zetten. Zoals reeds aangehaald werd, zal transformatie van het voedselsysteem zich op meerdere manieren manifesteren. De volgende stap was dan ook om te achterhalen hoe het traject van de landed community kitchens aantakking kan vinden met andere werkvelden, om zo transformatie via deze interacties verder te zetten.

Doordat landed community kitchens lokaal verankerd en gebonden aan hun specifieke gemeenschap en context zijn, is elke keuken uniek. Om te bepalen wat voor transformatie nodig of mogelijk is, hanteerde Willems een ideaaltype van de landed community kitchen. In een ideale vorm combineert de keuken drie ambities. Deze ambities vormen overkoepelende transitiepaden, waaronder telkens verschillende strategieën zijn geformuleerd die helpen de ambitie te bereiken.

Ambitie 1:

De landed community kitchen mikt op het transformeren van het gehele voedselsysteem.

Deze ambitie is gericht op het lange termijnperspectief en focust zich dus op de gewenste uitkomst. Enkele strategieën zijn:

  • Oprichten van (voedsel)commons, om zo terug controle te nemen over productie en collectieve infrastructuur.
  • Alternatieve economieën die voedsel decommodificeren (voedsel als basisrecht/gemeenschappelijk goed).
  • Inzetten van stedelijk landbouwpatrimonium als eerste stap richting een duurzame transitie van de landbouw.

Ambitie 2:

De landed community kitchen is grondgebonden en agro-ecologisch.

Om op lange termijn succesvol te zijn, moeten de keukens eerst tot stand komen en voldoende robuust zijn om te blijven bestaan. Daarom focust deze ambitie voornamelijk op de productiekant en het praktische verhaal.

Enkele strategieën zijn:

  • Het steunen en verder oprichten van incubatoren die landbouwers, keukens, andere voedselinitiatieven, etc. helpen met opstarten en groeien. Bijvoorbeeld door te helpen met toegang tot grond, tot afzetmarkten, tot infrastructuur, tot kennis, etc.
  • Een gezonde bodem als uitganspunt.
  • Oprichten van agro-ecologische parken, waar een beleidsmatig kader duurzame praktijken doet gedijen.
  • De metabolische stromen in het voedselsysteem en -landschap herorganiseren en optimaliseren voor duurzaam circulair gebruik, bijvoorbeeld door middel van Foodhubs.

Ambitie 3:

De landed community kitchen heeft een politiek pedagogisch programma.

Het duurzaam en veerkrachtig karakter van de keuken hangt sterk af van de gemeenschap (aldus community) die eraan verbonden is. Het opstellen van nieuwe vormen van solidariteit creëert bijgevolg een sterkere en meer capabele gemeenschap.

Enkele strategieën zijn:

  • De focus op reskilling. Hetzij mensen terug leren koken, kweken of zelfs boeren.
  • Werken aan community empowering, waarbij de keuken als sociale infrastructuur helpt stigmas te doen verdwijnen (geslachtsgebonden, ras-gebonden, kapitalistisch, etc.) in zowel de wijkgemeenschap, als de gemeenschap van groeiers.

Research by design

Zoals reeds aangehaald zijn landed community kitchens gebonden aan een specifieke gemeenschap en context. Dit wil dan ook zeggen dat een concrete uitwerking vraagt om een gebiedsgerichte aanpak. Zo werd, ter conclusie, het onderzoek hypothetisch toegepast op een werkelijke case. Door alle aangehaalde concepten daarbij ruimtelijk te demonstreren wordt de materie niet enkel meer vatbaar, maar versterkt eveneens de argumentatie voor deze aanpak.

De keuze viel niet toevallig op de Gentse Bloemenkenswijk en het aangrenzende landbouwlandschap. De Bloemekenswijk kent reeds heel wat engagement op sociaal vlak, en is daarbovenop in transitie door een lopend stadsvernieuwingsproject. Zo kwamen bestaande projecten samen met concepten uit dit onderzoek in een langetermijnsvisie voor de wijk.

Het Meetjesland is niet enkel geografisch het dichtst bij de wijk, maar kent daarenboven een geschiedenis als "moestuin van Gent". Na een analyse werd een potentieel agro-ecologisch park gekozen (o.a. op basis van stedelijk landbouwpatrimonium) en een visie werd verder ontwikkeld. Het succes van zowel het agrarische luik als het wijkluik zit in de interactie tussen de twee.

Figuur: Glenn Willems; Afbakening van drie potentiele agro-ecologische parken in Gent/het meetjesland (links), met de verdere uitwerking van een visie voor één park (rechts).

Food for thought

Het onderzoek gaat zeer breed en brengt verschillende narratieven samen, wat één van de sterktes is. Het thema is dan ook zeer breed en succes hangt af van de wisselwerking tussen alle onderdelen. Het onderzoek toont aan dat, in de agro-ecologische transformatie van de stad, de landed community kitchen een waardevol vertrekpunt kan zijn. Het initieert verandering in kleine stappen waardoor ze toegankelijker worden voor iedereen. Al doende vormen ze een sterke basis voor grootschalige verandering op langere termijn.

Tegelijktijdig toont het onderzoek dat transformatie zich kan en zal manifesteren op verschillende manieren. Hoe dan ook zal de uitkomst een duurzamer, veerkrachtiger en sociaal rechtvaardiger voedselsysteem zijn.

Over Glenn Willems

Ik ben Glenn Willems, 24 jaar, en behaalde een master in de stedenbouw en ruimtelijke planning als vervolg op de opleiding landschapsarchitectuur. Deze combinatie weerspiegelt klaarblijkend mijn passie voor ecologie, ontwerpen en duurzame planning. Na het afgelopen jaar intensief te werken op het voor mij eerst onbekende thema van de voedselplanning, kreeg ik al snel de smaak te pakken. Het werd me duidelijk hoe deze onderbelichtte thematiek van onschatbare waarde is en dat de tijd van verandering er noodgedwongen aankomt. Met dit in het achterhoofd ging ik van start bij ILVO als wetenschappelijk onderzoeker, in de hoop mijn steentje bij te kunnen dragen aan een betere toekomst.