Hoe groen kan u wonen?
Wist u dat de gebouwen sector voor meer dan 35% verantwoordelijk is voor de totale CO2-uitstoot van Europa? En dat residentiële gebouwen verantwoordelijk zijn voor meer dan 60% van dit aandeel? Het zal u ook niet verbazen als ik udat de Belgische gebouwen in de top 3 minst ecologische gebouwenpatrimonium van Europa staat, enkel Luxemburg en Kroatië doen het slechter.
Europa wil tegen 2050 klimaatneutraal zijn. Daarin spelen de verouderde gebouwen in Europa een belangrijke rol. Om u een idee te geven, dit zijn jaarlijks 100.000 woningen. Om deze klimaatdoelstellingen te halen en de CO2-uitstoot te verminderen, moeten Vlaamse woningen steeds sneller onder handen genomen worden.
Renoveren of slopen: maar wat met technische installaties?
Het Belgische gebouwenpark is verouderd en voldoet niet meer aan de huidige (energie)standaarden. Om de energiedoelstellingen te bereiken, is een grote inspanning nodig. De vraag rijst al snel of het ecologischer is om te renoveren of om te slopen? Voor beide opties zijn zowel voordelen als nadelen op te sommen en zullen verschillende aspecten de keuze beïnvloeden. Voor de ene persoon zal de duurzaamheid de doorslaggevende factor zijn, terwijl voor de andere het financiële aspecten de keuze zal bepalen.
Wanneer er enkel gekeken wordt naar het aspect duurzaamheid, valt op dat de focus voornamelijk ligt op het isoleren van de gebouwschil en renovatie steeds de milieuvriendelijkste optie is. Toch is er ruimte voor nuancering. Hoe beïnvloeden technische installaties de vergelijkende levenscyclusanalyse tussen renovatie en herbouw? En welke combinatie van technische installaties krijgt de voorkeur vanuit milieuoogpunt?
Om deze vragen te beantwoorden paste Lauren Bontridder één referentiescenario, dertig renovatiescenario's en dertig herbouwscenario's gedefinieerd en toe op een specifieke casestudy. De casestudy is een typische eengezinswoning van drie verdiepingen in Vlaanderen.
Deze scenario’s vloeien voort uit de combinatie van twee types opwekking voor ruimteverwarming en sanitair warm water, drie types ventilatiesystemen en drie variaties in aantal PV-panelen (zonnepanelen) toegepast op twee isolatieniveaus van de gebouwschil. De milieu-impact wordt berekend met een levenscyclusanalyse, of kortweg LCA.
[caption id="attachment_2776" align="alignnone" width="1024"] Figuur van Lauren Bontridder: Milieu-impact van renovatie- en herbouwscenario's met een gascondensatieketel[/caption]
[caption id="attachment_2778" align="alignnone" width="1024"] Figuur van Lauren Bontridder: Milieu-impact van renovatie- en herbouwscenario's met een lucht-waterwarmtepomp[/caption]
Wat kwam er uit de bus?
Bontridder nam voor de verschillende scenario’s grote verschillen in de totale milieu-impact, over een levensduur van 60 jaar, waar. Ze concludeerde dat hoe energie-efficiënter de combinatie van technische installaties, hoe lager de milieu-impact is.
Eenzelfde renovatiescenario en herbouwscenario heeft zowel gelijkenissen als verschillen. De technische installaties zijn identiek gedimensioneerd, zodat de materiaalimpact van de technische installaties gelijk is voor het herbouw- en renovatiescenario. Bontridder legt uit dat het operationeel energieverbruik, dus het verbruik vanaf het bewoond wordt, altijd hoger zal zijn voor een renovatiescenario. Dit komt door de veronderstelling van een slechtere luchtdichtheid en een nadeligere berekeningsmethode voor de bouwknopen.
Toch heeft een herbouwscenario altijd een hogere milieu-impact over een levensduur van 60 jaar. Het blijkt dat de toename van het aandeel van de impact van het materiaal door de gebouwschil groter is dan de afname van het aandeel operationeel energieverbruik. Bij vergelijking van alle renovatie- en herbouwscenario's blijkt een renovatiescenario met een lucht-waterwarmtepomp, ventilatiesysteem D (een systeem met warmte terugwinning), en acht PV-panelen vanuit milieuoogpunt het gunstigst.
Maar niet alle renovatiescenario's hebben de voorkeur boven de herbouwscenario’s, zoals in volgend voorbeeld. Een herbouwscenario met een lucht-waterwarmtepomp heeft de voorkeur boven een renovatiescenario met een gascondensatieketel en ventilatiesysteem A (natuurlijke ventilatie) of -systeem C+ (voert vervuilde lucht af wanneer de CO2 te hoog is).
Als een herbouwscenario met een lucht-waterwarmtepomp wordt vergeleken met een renovatie-scenario met een gascondensatieketel en een identiek ventilatiesysteem, wordt het herbouwscenario ook verkozen vanuit milieuoogpunt.
Kost groen zijn meer energie?
[caption id="attachment_2779" align="alignnone" width="1024"] Figuur van Lauren bontridder: Vergelijking van de milieu-impact en het E-peil van 30 renovatiescenario's en 30 herbouwscenario's[/caption]
Iedereen heeft wel al eens van het E-peil gehoord, maar voor de meesten blijft het toch eerder een abstract begrip. Het E-peil is een score dat aangeeft hoe energiezuinig uw gebouw is. Let op, dit is niet te verwarren met hoe milieuvriendelijk uw woning is.
Niet alle maatregelen om een lager E-peil te bereiken, en zo aan de opgelegde E-peileis te voldoen, leveren dezelfde milieuwinsten op. Voor hetzelfde E-peil verschilt de milieu-impact tot 36% tussen renovatiescenario's met hetzelfde E-peil en tot 42% voor renovatie- en herbouwscenario's met hetzelfde E-peil.
Zo valt er ook op dat hoewel een renovatiescenario met een gascondensatieketel, ventilatiesysteem C+ en acht PV-panelen wel aan de EPB (EnergiePrestatie en Binnenklimaat) -eisen voldoet, lijkt dit scenario vanuit milieuoogpunt minder ideaal dan het identieke scenario zonder PV-panelen. Bijgevolg blijkt het E-peil geen goede maatstaf om te bepalen welke scenario's de grootste milieuwinst opleveren.
Het zou dus zeer nuttig kunnen zijn dat een LCA, in aanvulling op de energieprestatieregelgeving, kan worden gebruikt om de milieu-impact van het energieprestatieniveau verder te optimaliseren.
[caption id="attachment_2777" align="alignnone" width="1024"] Foto: Jan Van Bizar via Pixabay[/caption]
Een nóg groenere toekomst?
Bontridder concludeerde dat dezelfde drie renovatie- en herbouwscenario's vanuit milieuoogpunt de voorkeur genieten, echter in een andere volgorde. Deze scenario's omvatten elk een lucht-waterwarmtepomp en ventilatiesysteem D in combinatie met de tot U-waarde 0,15 geïsoleerde gebouwschil met vier of acht PV-panelen, of met de tot U-waarde 0,24 geïsoleerde gebouwschil met acht PV-panelen.
Wanneer een renovatiescenario wordt vergeleken met het identieke herbouwscenario, geniet renovatie steeds de voorkeur. Bij vergelijking van alle beschouwde scenario's blijkt dat niet elk renovatiescenario de voorkeur geniet boven een herbouwscenario.
Ze stelt vast dat verder onderzoek zeker en vast noodzakelijk is om te kunnen nuanceren. Zo kunnen we andere woontypologieën, meerdere types technische installaties en het financiële aspect mee in rekening nemen om meer uitvoerige resultaten te verkrijgen en toepasbaar te zijn in de praktijk om de klimaatdoelstellingen tegen 2050 te behalen.