Over de thesis van Niels Carlier
Zonnig met maxima tot 42°
Het is juli 2059 en het is snikheet, maar lang niet zo heet als het vorige maand was. De gemiddelde globale temperatuur ligtintussen 2°C boven het pre-industriële niveau. De langste hittegolf in de Belgische geschiedenis loopt stilaan ten einde, en zal uiteindelijk afklokken op 48 dagen. Het zijn 48 dagen die de geschiedenisboeken ingaan, dagen van zweten, nationale ellende en pure ernst. Het land is opgelucht door de dalende temperaturen, niet wetend dat er in augustus nog zo’n monsterhittegolf aankomt, waarin het hitterecord in Ukkel voor een tweede maal dat jaar zal sneuvelen…

De Belgische natuurparken worden gedurende de hele zomer geteisterd door bosbranden. Op 15 juni waarschuwt Copernicus voor extreem brandgevaar over heel Vlaanderen. De Fire Weather Index, een numerieke indicator voor brandgevaar, neemt ter hoogte van de Kalmthoutse Heide die dag een historische recordwaarde aan.

Ook de rivieren van ons land warmen op, wat nefast is voor biodiversiteit. Meer nog, bij de energiecentrales van Doel maakt men zich zorgen: het water van de Zeeschelde is nog nooit zo warm geweest, wat de efficiëntie van energieproductie kan beïnvloeden.

Die energie is nodig, want nog nooit was zo veel nood aan koeling van residentiële gebouwen. Reeds voor de officiële start van de zomer wordt de alarmfase van het federaal hitteplan afgekondigd.Er moeten onder andere maatregelen genomen worden op de werkvloer: zwaar werk in open lucht, zoals op bouwwerven, moet geregeld stilgelegd worden zodra de drempelwaarden voor de Wet Bulb Globe Temperature worden overgeschreven. Dat is een grootheid die de excessieve blootstelling van het menselijk lichaam aan extreme hitte in kaart brengt. Naar schatting verloren de bouw- en landbouwsectoren in de meeste Vlaamse steden hierdoor ongeveer 15 volledige werkdagen.

Landbouwers maken zich ook zorgen over een andere dreiging die de hoge temperaturen met zich meebrengen, namelijk een toename aan invasieve insectensoorten zoals de bruingemarmerde stinkwants, die van hun gewassen een persoonlijk feestmaal maken en zo hun oogst in gevaar brengen. Volgens populatiemodellen had de Fruitvallei in Sint-Truiden te kampen met maar liefst drie generaties stinkwantsen.
Wetenschappers hebben intussen bestudeerd hoe deze zomer met haar twee hittegolven tot stand kon komen. Ze namen een atmosferische blokkade boven de Baltische zee waar. Dit is een weersituatie waarbij een krachtig hogedrukgebied zich langdurig boven een bepaalde regio vestigt. Dit hogedrukgebied blokkeert de normale westelijke stroming, waardoor depressies en storingen niet langer vlot kunnen doorstromen.

Het gevolg is dat stabiel en vaak droog weer dagen- tot wekenlang kan blijven hangen. In de dagen voor de sterkste pieken in temperatuur werd bovendien ook een cycloon of lagedrukgebied ten westen van de Britse Eilanden waargenomen. Deze cycloon is vermoedelijk verantwoordelijk voor het aanvoeren van warme Afrikaanse lucht naar West-Europa.
Realiteit of fictie?
Laten we even terugkeren naar het heden. Wie dit leest, vraagt zich wellicht af of de zomer van 2059 op de kalender gemarkeerd moet worden. Dat is natuurlijk niet het geval. Het bovenstaande is een voorbeeld van een zogenaamde storyline of tale of future weather: een wetenschappelijk onderbouwd narratief dat mogelijks realiteit wordt in een toekomstig, warmer klimaat. Maar als het fictie is en geen voorspelling, wat is dan het nut?
Resultaten uit de klimaatwetenschap worden traditioneel gecommuniceerd en gepresenteerd in statistieken en probabiliteiten. Die ruwe cijfers alleen resoneren echter vaak niet met beleidsmakers en het bredere publiek. De eerder vernoemde storylines vermijden die tekortkomingen van de probabilistische traditie, door de focus te verleggen van waarschijnlijkheid naar plausibiliteit. Ze kunnen de kloof overbruggen tussen abstracte wetenschap en de door mensen beleefde extreme weersomstandigheden, waardoor klimaatverandering tastbaar, herkenbaar en concreet wordt. Met zo’n een klimaatverhaal beantwoorden we bijvoorbeeld de vraag: hoe erg kan een Belgische hittegolf worden indien we de kaap van 2°C globale opwarming overschrijden? Deze informatie is nuttig voor heel wat mensen, om een duidelijk beeld te krijgen van waarop de samenleving zich moet voorbereiden, en wat de zwakke plekken in beleid en infrastructuur zijn.
Hoe schrijven we zo’n verhalen?
Zo’n storyline is heus niet verzonnen. Voor deze thesis ontwikkelde de auteur een nieuwe methode om wetenschappelijk onderbouwde tales of future weather op te stellen. We gebruiken hiervoor de projecties van verschillende klimaatsimulaties over Europa. Dat zijn computermodellen die wetenschappers gebruiken om te voorspellen hoe het klimaat in Europa in de toekomst kan veranderen. Het is als als een soort digitale weerkaart, maar dan niet voor de komende dagen, wel voor de komende decennia. Voor elke dag, soms zelfs elk uur, berekenen deze modellen hoeveel graden het wordt, hoeveel regen er valt, hoe hard de wind waait, enzovoort. Dat levert onvoorstelbare hoeveelheden gegevens, en die gegevens kunnen we niet zomaar met de hand doorpluizen. Datamining is een slimme manier om in die enorme berg cijfers te zoeken naar de interessante of relevante patronen, weerssituaties of klimaatfenomenen.

In dit geval zijn we op zoek naar extreme-hittejaren: jaren waarin de warmte echt uitzonderlijk sterk is. Hiertoe bepalen we eerst een drempelwaarde zoals een maximumtemperatuur. Als die in een bepaald jaar overschreden wordt, betekent het dat dat jaar bijzonder heet is. Die drempelwaarde is niet willekeurig gekozen. Ze wordt met onze nieuwe methode – Global Warming Scaling – berekend die rekening houdt met het specifieke klimaat van de regio. Een drempel voor Zuid-Spanje is dus anders dan een drempel voor België of Scandinavië. Meer nog, we kunnen zo’n drempels ook gaan berekenen voor een toekomstig klimaat.
Met de geselecteerde gegevens voeren we vervolgens lokale-impactmodellen uit. Dat zijn wiskundige modellen die de hitte-impact op landbouw, oversterfte, brandgevaar, productiviteit op de werkvloer, enzoverder simuleren.. Zo kan een beeld te geschetst worden van een toekomstige hittegolf in de vorm van een geloofwaardig verhaal, zoals het verhaal uit dit artikel.
Wat moeten we aanvangen met deze informatie?
De bedoeling van dergelijke storylines is om een concreet beeld te schetsen van wat de toekomst kan brengen, zelfs in het ergste geval. Zo werd sinds het voltooien van dit thesisproject een nationale workshop georganiseerd aan het Koninklijk Meteorologisch Instituut te Ukkel, waarvoor een grote groep stedelijke beleidsmakers uitgenodigd werd. Aan hen werd een storyline gepresenteerd die werd opgesteld op basis van Global Warming Scaling. Onze wetenschappelijk gestaafde verhalen staan hen toe geïnformeerde en evenwichtige beleidskeuzes te maken. Als het binnenkort effectief 42° C wordt, zullen we dus hopelijk goed voorbereid zijn.
