Let's go Lego
Hergebruik boven recyclage
57,2 jaar. Dat is in 2020 de gemiddelde levensduur van een gebouw volgens cijfers van het Belgische statistiekbureau Statbel. Maar wat gebeurt er daarna? Een gebouw zou aan het einde van zijn leven eigenlijk een voorraadkast van materialen kunnen zijn voor een volgende generatie gebouwen. Een baksteen is namelijk nog niet uitgeleefd na een ruwe 50 jaar. Toch worden gebouwen vandaag massaal gesloopt, bouwmaterialen incluis. In het beste geval worden deze gerecycleerd, in het slechtste geval verbannen naar de verbrandingsoven of stortplaats.
Figuur: Karen Steukers & Lune Boret
In een circulair bouwproces draait het echter allemaal rond het sluiten van cirkels: afvalpreventie boven afvalbeheer. Hoogwaardig hergebruik van bouwmaterialen voorkomt dat bouwmaterialen terechtkomen in energieverslindende recyclageprocessen en hun oorspronkelijke waarde verliezen. Dit betekent dat we moeten stoppen met afbreken en starten met ontmantelen. De legoblokken uit elkaar klikken met het oog op het hergebruik ervan.
U vraagt, wij draaien?
Aan elke sloop van een gebouw gaat een opdracht vooraf. Wanneer de opdrachtgever een overheidsinstantie is, spreken we van een overheidsopdracht. Aangezien het u, als belastingbetaler, aangaat op welke manier de overheid haar portemonnee aanwendt, is dit proces strikt gereguleerd. De Belgische wetgeving omtrent overheidsopdrachten groeit voort uit Europese richtlijnen. Deze zetten de laatste jaren steeds meer aan tot het uitschrijven van innovatieve, duurzame en dus ook circulaire projectvoorstellen. Op die manier kunnen overheidsopdrachten veranderingen in de markt stimuleren en zo dienen als acceleratoren voor de circulaire economie.
In de bouwwereld worden alle aspecten van de opdracht vastgelegd in een bestektekst. De geformuleerde ambities van de opdrachtgever worden zo omgevormd tot contractuele eisen. Op basis uitgeschreven criteria wordt een geschikte architect of aannemer geselecteerd. De bestektekst verbindt de opdrachtgever dus aan de uitvoerder(s) ervan.
Waar blijven die circulaire eisen dan?
In tegenstelling tot private opdrachtgevers, kunnen openbare opdrachtgevers die uitvoerder niet zelf kiezen. De wetgeving omtrent overheidsopdrachten bepaalt hoe de selectieprocedure moet verlopen. De criteria in bestekteksten voor overheidsopdrachten dienen daarbij eerlijke concurrentie tussen geïnteresseerde marktspelers te waarborgen. De verschillende belangen van de opdrachtgevende overheidsinstantie, in combinatie met de angst voor het maken van procedurefouten, laten weinig ruimte voor creativiteit in het opstellen van de bestektekst. Het vergt een grondige kennis van zaken om in deze context circulariteit aan de mix toe te voegen en die is veel vaker niet dan wel aanwezig
Welke kennis van zaken?
Dat het niet evident is om circulaire eisen uit te schrijven ligt in de aard ervan. Circulariteit gaat gepaard met heel wat technische, logistieke en legale uitdagingen. Een eis voor het ontmantelen van een baksteen met het oog op hergebruik ervan, moet antwoord bieden op een reeks vragen over verantwoordelijkheid, methode van uitvoering, reiniging en transport van de steen. Het hedendaagse gamma aan bouwmaterialen is bovendien een stuk uitgebreider dan de klassieke legodoos. Ook de moderne verbindingsmethoden en de aanwezigheid van toxische stoffen, zoals asbest, bemoeilijken het ontmantelingsproces. Het losklikken van een legoblok wordt in het geval van een tegel het los hameren, trekken en reinigen ervan.
Foto: Karen Steukers & Lune Boret
Van ‘best practice’ naar ‘common practice’
Van circulariteit in de bouwsector een evidentie maken? Onmogelijk denkt u. Dit masteronderzoek in de Ingenieurswetenschappen: architectuur bewijst het tegendeel. Lune Boret en Karen Steukers tonen de opportuniteiten binnen dit strikte kader, alsook hoe er gebruik van te maken. De bestektekst blijkt niet de plek te zijn waar circulaire ambities begraven moeten worden, maar waar ze tot bloei kunnen komen. Met behulp van gepaste ondersteuning kan de kennis van publieke opdrachtgevers omtrent het uitschrijven van circulaire bestekteksten verruimd worden.
Deze scriptie biedt daarom verschillende handvaten om circulaire ambities mee te nemen als fundament van de opdracht. Een alternatieve methode van werken, met het bestek als tool om circulaire ambities af te dwingen, wordt op verschillende niveaus uitgewerkt. De case study van de afbraak van Blok B op het UZ Gent dient als kapstok waaraan algemene principes en aanbevelingen worden opgehangen.
De Schietstand
De sloop van het gebouw “De Schietstand” op Campus De Sterre van de UGent is een bewijs van de effectiviteit van deze alternatieve methode in de praktijk. Daar werd binnen het kader van dit onderzoek bijstand verleend aan de Dienst Gebouwen en Facilitair Beheer van de UGent. Deze afdeling treedt, als opdrachtgevende instantie voor bouw- en sloopwerken van de universiteit, op als publieke opdrachtgever. Dankzij de toevoeging van een circulaire clausules in de bestektekst voor de sloop van het pand, werd een aannemer geselecteerd die de gevelelementen, nl. 55.000 m2 bakstenen, voorzichtig heeft ontmanteld en zal doorverkopen aan een gespecialiseerde hergebruikhandelaar.
Foto's: Schietstand voor en na afbraak, door Karen Steukers en Lune Boret
En het economisch plaatje?
De aannemer bovenstaande kwestie is niet de enige die zowel economische, als milieuwinst ziet in het ontmantelen van bouwmaterialen. Uit het onderzoek blijkt dat 70% van de geïnterviewde afbraakaannemers wacht op meer circulaire bestekteksten. Dat cijfer staat in schril contrast met de huidige fractie aan circulaire opdrachten: 1%. Dat er veel groeimarge is om dergelijke projecten uit te schrijven, zonder een gebrek aan concurrentie, staat buiten kijf.
Kortom, het is tijd om van ‘best practice’ naar ‘common practice’ te gaan. Een circulaire bouw- en afbraakeconomie, waarbij materialen – net zoals legoblokken – hergebruikt worden, ligt wel degelijk binnen handbereik.