Hoe vliegen de pluimveesector in Rwanda kunnen redden


De wereldbevolking blijft maar groeien, wat zeer omvangrijke problemen voor de maatschappij met zich meebrengt. Eén van die problemen is voedselongelijkheid: niet iedereen heeft toegang tot een gebalanceerd, gezond en veilig dieet. Zeker in ontwikkelingslanden stijgt de vraag naar dierlijke producten sterk, maar die dieren moeten op hun beurt ook te eten krijgen. Soja is daarbij veruit de meest gebruikte eiwitbron, maar daarom niet de duurzaamste.
Sojateelt is namelijk een van de grootste veroorzakers van tropische ontbossing, wat een enorme impact heeft op de plaatselijke ecosystemen en biodiversiteit. Daar komt bij dat de soja die gebruikt wordt in diervoeders niet rechtstreeks kan worden geconsumeerd de mens. Om dan nog maar te zwijgen van de hoge kostprijs ervan.
De toenemende wereldbevolking en vraag naar voedsel voor mens en dier zorgt ook nog eens voor een immense toename van de afvalberg. Dit komt niemand’s gezondheid ten goede.
Hoe kan ervoor gezorgd wordendat men in ontwikkelingslanden, zoals Rwanda, toegang heeft tot betaalbaar en duurzaam veevoeder om hun dieren groot te brengen. En kan dit hand in hand gaan met een vermindering van de afvalberg? Het wordt dringend tijd voor een antwoord op deze complexe vragen.
De zwarte soldatenvlieg als oplossing
Een mogelijke oplossing voor dit probleem is de zwarte soldatenvlieg. Net zoals maden zijn de larven van de zwarte soldatenvlieg fervente liefhebbers van organisch afval en verorberen ze maar al te graag huis-, tuin- en keukenafval, slachthuisafval en zelfs menselijke en dierlijke uitwerpselen, om maar enkele voorbeelden te noemen.
Daarnaast is gebleken dat gedroogde larven kunnen worden gebruikt als eiwit- en vetbron van uitstekende kwaliteit, met de capaciteit om soja minstens gedeeltelijk te vervangen in veevoeding. Onderzoek wees bovendien uit dat de larven veilig zijn in gebruik, de kweek ervan weinig belastend is voor het milieu en duurzaam is door het ontbreken van reststromen, gezien alle residuen kunnen worden gebruikt voor andere doeleinden. Kortom: dit is geweldig nieuws.
Foto: Emma De Winter
Ook al zijn de mogelijkheden in theorie echter veelbelovend, de verwezenlijking ervan in de praktijk is nog niet ten volle geraliseerd, zeker niet op grote schaal. Daarnaast is er maar weinig onderzoek uitgevoerd naar de praktische implementatie van de larven in pluimveevoeders en de impact daarvan op het metabolisme van de kippen.
Voor haar masterproefonderzoek is Emma De Winter daarom met Dierenartsen Zonder Grenzen vzw naar Rwanda getrokken om het potentieel van zwarte soldatenvlieglarven in voeders voor kippen te onderzoeken, met het oog op lokale toepassingen op kleine schaal.
De situatie in Rwanda
In Rwanda is de nood aan alternatieve eiwitbronnen voor gebruik in veevoeders bijzonder hoog. Doordat soja wereldwijd zo duur is en praktisch alle grondstoffen in Rwanda moeten geïmporteerd worden slagen lokale boeren er amper in voldoende voeder aan te schaffen voor hun kippen.
Vaak zijn ze genoodzaakt zelf een voeder samen te stellen, gebruikmakend van lokale ingrediënten, dat misschien wel goedkoper is dan de commerciële versie maar bijlange na niet zo kwalitatief, waardoor de dieren slechter groeien en minder eieren leggen.
Foto: Emma De Winter
Het alternatief is een gedeelte van hun pluimveebestand te verkopen, maarbeide opties zorgen voor een verminderde productie en een lagere financiële opbrengst voor de veehouder en zijn dus allesbehalve aangewezen. Daarnaast worden onvermijdelijk de eindproducten (eieren en vlees) ook voor de consument duurder, wat in een ontwikkelingsland uiteraard contraproductief is.
Dierenartsen Zonder Grenzen voert sinds 2021 in Rwanda een pilootproject uit dat als doel heeft lokale pluimvee- en varkenshouders in staat te stellen zelfstandig en zelfvoorzienend zwarte soldatenvliegen te kweken op bedrijfsniveau.
Veehouders worden voorzien van materialen (zoals vliegenkooien), informatieve ondersteuning en larven. De larven kunnen dan eenvoudigweg gekweekt worden op keukenresten, akker- en marktoverschotten en kippen- of varkensmest, waarna ze na 2 tot 3 weken kunnen worden gedroogd en gevoederd aan de kippen. Een deel van de larven wordt niet geoogst maar verpopt tot een nieuwe populatie vliegen, zodat de boeren van een volgende generatie larven verzekerd zijn.
De onderzoeksopzet bestond erin verschillende boeren te bezoeken en te bevragen over het larvale kweekproces, om nadien stalen te verzamelen van zowel substraten, larven, commerciële kippenvoeders, huisgemaakte kippenvoeders, kippenvoeders die larven bevatten als bloedstalen van de kippen.
Na uitgebreide analyses bleek de conclusie duidelijk: kippenvoeders met larvale supplementatie bewezen zich als kwalitatief superieur aan de huisgemaakte voeders en qua nutritionele waarde vergelijkbaar met commerciële voeders, doch veel goedkoper in de productie ervan.
Foto: Emma De Winter
Impact op meer dan alleen pluimvee
Deze bevindingen wijzen dus op aanzienlijke voordelen van het gebruik van zwarte soldatenvlieglarven op de levensomstandigheden van rurale pluimveehouders in Rwanda, doordat de prijs van pluimveevoeders effectief sterk kan gedrukt worden. Dit houdt in dat, op lange termijn, zowel de pluimveehouders als de eindconsumenten bevoordeeld worden doordat er meer kan geproduceerd worden en de prijs van eieren en vlees ook lager zal komen te liggen.
Een extra positieve factor is dat er een biologische en duurzame afvalverwerking plaatsvindt die in het voordeel van de boeren zelf speelt en dus leidt tot een hoge motivatie en compliantie.
Zoals voorgaand onderzoek al uitwees en De Winter in dit onderzoek nogmaals bevestigde, zijn de larven veilig en van hoge nutritionele waarde in hun toepassing als veevoederingrediënt. Bovendien zijn de kippen er verlekkerd op en dragen dus op die manier ook maar al te graag bij hun steentje aan een duurzamere wereld.