Hoe duurzaam zijn onze Belgische banken?

Over de thesis van Aurelie Peynsaert
The Belgian banking sector: how the bank fulfills its role in shaping a sustainable future (2021)
Promotor(en) Abigail Levrau, Faculteit Economie en Bedrijfskunde
SDG 12 – Verantwoorde consumptie en productie | SDG 15 – Leven op het land
duurzaam-bankieren-cc-nattanan23-via-Pixabay
Foto: cc nattanan23 via Pixabay
Redactie door
Aurelie Peynsaert; Katoo Vael; Febe Visart
Duurzaamheid is wereldwijd een van de meest besproken onderwerpen en de opwarming van de aarde een van de grootste uitdagingen van vandaag. Daarnaast staat ook ons sociaal welzijn op de helling, vooral tijdens de huidige Covid-19-crisis. Technologische en demografische veranderingen wijzigen onze manier van werken en leven en stellen onze solidariteit ter discussie. Deze uitdagingen hebben geleid tot actieplannen en doelstellingen, zoals de Europese Green Deal, the Sustainable Development Goals (SDG’s) en het Klimaatakkoord van Parijs. Om bovenstaande duurzaamheidsdoelstellingen, zoals de SDG’s te behalen, is de houding van banken cruciaal. Zij investeren immers ons geld en beïnvloeden zo economische ontwikkeling, wat op haar beurt invloed uitoefent op duurzame ontwikkeling. De bankensector loopt achter op andere sectoren wat betreft de resultaten op vlak van duurzaamheid. Hier is echter nog maar weinig onderzoek naar gedaan. Aurelie Peynsaert onderzocht daarom hoe onze Belgische banken duurzaamheid in hun strategie opnemen.

Foto: cc-QuinceCreative via Pixabay

De Europese Commissie merkte het al op: Het investeringsbedrag dat nodig is om over te stappen naar een duurzame toekomst overstijgt de capaciteit van de publieke sector. Door hun kapitaal om te buigen naar duurzame bedrijven en innovatie kunnen banken hieraan bijdragen. Financiële markten zijn immers een van de meest krachtige instrumenten om duurzaamheid te bevorderen, maar worden het vaakst over het hoofd gezien.

Op basis van het framework ‘Principles for Responsible Banking’ van the United Nations Environment Program Finance Initiative, nam Aurelie Peynsaert diepte-interviews af met duurzaamheidsmanagers van tien Belgische banken, namelijk BNP Paribas Fortis, Belfius, ING, KBC, Triodos bank, Lombard Odier, Beobank, VDK bank, Bank Van Breda en Argenta.

Nog heel wat stappen te gaan

Ze vroeg de banken hoe ze zich inzetten voor duurzaamheid, zowel intern als extern met  klanten. In het algemeen blijkt uit de resultaten van deze interviews dat alle banken het belang van duurzaamheid onderkennen en hiermee bezig zijn. Sommige banken zijn hier al ver in gevorderd, terwijl dit voor andere banken iets relatief nieuws is en nog in de kinderschoenen staat. Heel wat bedrijven hebben namelijk SDG’s als praktisch kader in hun strategie geïntegreerd, de ene al wat eerder dan de andere.

Opvallend is dat sommige zich meer richten meer op het klimaat, terwijl andere het sociale aspect van duurzaamheid minstens even belangrijk vinden. Hieruit blijkt dat de betekenis van duurzaamheid van bank tot bank verschilt.

Toch zijn er nog heel wat stappen te gaan, aangezien sommige banken duurzaamheid nog maar pas hebben geïntegreerd. Het is duidelijk dat sommige banken geen voortrekkersrol willen spelen op het gebied van duurzaamheid, maar het door externe druk belangrijk vinden om dit nu te onderschrijven, terwijl andere banken wel een leidende rol willen opnemen.

Academici stellen voor om duurzaamheid te bevorderen via het investerings- en kredietbeleid van de bank door (1) duurzaamheidscriteria op te nemen in beleggingsfondsen, (2) bepaalde sectoren uit te sluiten van financiering, (3) eisen te stellen aan duurzaam krediet en (4) gebruik te maken van de prijsstelling van haar duurzame kredieten.

Foto: cc Maria_Domnina via Pixabay

Uit het empirische gedeelte blijkt echter dat banken vaak geen voorstander zijn om bepaalde niet-duurzame sectoren van financiering uit te sluiten, omdat dit kan leiden tot potentiële inkomstenderving voor de bank en tot nadelen voor de economie of de samenleving.  Dit wijst erop dat het in de praktijk niet altijd gemakkelijk is om een evenwicht te vinden tussen de ecologische, sociale en economische pijler.

Daarnaast wordt het steeds minder belangrijk om bepaalde sectoren uit te sluiten van financiering, terwijl het belang van engagement en impact groeit. Banken gaan liever de dialoog aan met klanten om hen door de duurzaamheidstransitie te begeleiden via een actieplan, aangezien alle partijen daar baat bij hebben. Zo passen ze duurzaamheidscriteria toe vooraleer een bepaalde klant kredieten kan aanvragen of deel kan nemen aan beleggingsfondsen.

Toch is dit niet altijd gemakkelijk, vooral niet met betrekking tot KMO's, die volgens de Europese wetgeving niet verplicht zijn om niet-financiële gegevens bekend te maken. Banken besteden nu dus veel tijd aan het verzamelen van gegevens, wat de transitie vertraagt. Dit is wellicht iets waar de autoriteiten rekening mee kunnen houden in de toekomst.

Door een toename van duurzame investeringen en kredieten door cliënten, neemt de kans op greenwashing toe. Geleerden op het gebied van greenwashing merken op dat een systeem van labeling door derden de aanwezigheid van greenwashing kan verminderen. Het empirische gedeelte toont echter aan dat dit niet helemaal juist is, aangezien het Febelfin-label, waar verschillende Belgische banken gebruik van maken, wordt bekritiseerd omdat het niet streng en onderscheidend genoeg zou zijn.

Een mogelijke verklaring voor dit probleem is het feit dat de term duurzaamheid niet beschermd is, omdat er geen duidelijke definitie aan vast zit. De EU-taxonomie kan dit probleem in de toekomst helpen oplossen.

Daarnaast ging Aurelie na hoe deze banken hun duurzaamheidsbeleid monitoren. Nagenoeg elke bank stelt hiervoor een Sustainability Officer aan, die soms deel uitmaakt van een duurzaamheidsteam.

Deze controlerende rol is vaak voorbehouden aan het management, zelden aan de Raad van Bestuur. Slechts bij een klein aantal banken bevindt de duurzaamheidscommissie zich op directieniveau. Om grotere stappen voorwaarts te kunnen zetten, moet de betrokkenheid van de Raad van Bestuur vergroten, gezien zij de strategie van de bank bepalen.

Bovendien, in tegenstelling tot wat de Europese Commissie en de United Nations aanraden, zijn de meeste banken geen voorstander om duurzame investeringen te stimuleren via bonussen, omdat ze het ethisch niet correct vinden om hiervoor een financiële drijfveer te gebruiken.

<Transparantie

Verder vraagt u zich misschien af hoe banken informatie met betrekking tot duurzaamheid communiceren. De meeste banken delen niet-financiële rapportages, meestal in de vorm van een apart duurzaamheidsverslag. Het is echter moeilijk om informatie van verschillende banken te vergelijken, zeker in termen van kwantitatieve data, doordat er geen standaard is en ze dus op een andere manier rapporteren.

Om de vergelijking van duurzaamheid tussen banken betrouwbaarder en transparanter te maken, heeft de Europese Commissie de EU-taxonomie in het leven geroepen. Banken moeten het percentage onderliggende beleggingen die aan de taxonomie zijn gekoppeld in hun beleggingsportefeuille bekendmaken.

In de praktijk staan sommige banken echter niet volledig achter deze taxonomie, om verschillende redenen. Ten eerste is de taxonomie een manier om duurzaamheid in een silo te gieten, aangezien de criteria zeer streng zijn. Op deze manier wordt een groot deel van de transitie verborgen gehouden, wat banken kan ontmoedigen. Ten tweede hebben KMO's geen ervaring met het rapporteren van niet-financiële gegevens, wat het moeilijker maakt om de taxonomie af te stemmen op het klantenbestand van de banken, vooral omdat België een land is met veel KMO's.

Foto: cc ds_30 via Pixabay

Uit de interviews blijkt verder dat de meeste banken momenteel steeds meer zoeken naar manieren om meer kwantitatieve niet-financiële KPI's te rapporteren en steeds meer methodologieën ontwikkelen om impact en wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen concreet te meten. Dit bevindt zich echter nog in de beginfase.

Expertise

Om een duurzame rol te kunnen opnemen, moeten bankmedewerkers op alle niveaus uiteraard weten hoe ze dit kunnen doen. Daarom toetste Peynsaert af of ze over voldoende expertise beschikken. Dit bleek niet het geval. De meeste banken organiseren geen duurzaamheidstrainingen voor hun werknemers. Wanneer ze dit wel doen, worden deze trainingen meestal gegeven door hun duurzaamheidsmanager, hoewel ze zich steeds meer beroepen op externe specialisten.

Covid-19 versnelt de duurzaamheidsrevolutie

Tot slot bevinden we ons middenin een wereldwijde pandemie. Zelfs banken blijken niet te kunnen ontsnappen aan het virus. Bij hen brengt dit echter positieve veranderingen met zich mee: de coronacrisis heeft voor een versnelling van de duurzaamheidsrevolutie gezorgd, zowel wat de sociale als de ecologische pijler betreft.

Onderzoek met impact

Op vlak van duurzaamheid hinkt de bankensector dus, in vergelijking met andere sectoren, achterop. Het is dan ook van belang om kennis te verwerven over de sterke en zwakke punten van hun duurzaamheidsbeleid, wat Peynsaert voor de Belgische context uitvoerig heeft gedaan.  In haar master thesis legt ze heel wat ‘best practices’ voor in haar uitgebreide literatuurstudie en empirische resultaten.

Verder verbeteren de Europese Commissie en de Verenigde Naties in toenemende mate de regelgeving op het gebied van duurzaamheid voor financiële instellingen. Deze studie laat zien hoe de UN Pinciples for Responsible Banking en de EU-duurzaamheidsregelgeving (Actieplan voor financiering van duurzame groei - EU Taxonomy) in de praktijk worden toegepast, waardoor reflectie hierop en - waar nodig - verbeteringen mogelijk zijn.

Febelfin Academy zal de resultaten van dit onderzoek in het najaar gebruiken in een van zijn Masterclasses, maar ook andere spelers in de bankenwereld kunnen deze resultaten gebruiken om hun strategie bij te schaven.

Meer weten over dit onderzoek? Contacteer Aurelie Peynsaert via aurelie.peynsaert@gmail.com.

Over Aurelie Peynsaert

22 jaar; Master in International Management and Strategy aan Vlerick Business School Haar motto: “The world is changing. Let’s lead the shift towards a sustainable future!”