Be aware of the big boss: bosveerkracht in tijden van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies
De Millennium Apocalyps en het faillissement van Moeder Natuur
De huidige klimaatverandering is wereldwijd voelbaar en zichtbaar. Nagenoeg dagelijks verschijnen op onze socials apocalyptische beelden over natuurrampen. Ze staan op het netvlies gebrand. Door een tekort aan woud hebben we het vaker warm dan koud. Bosbranden, overstromingen, aardbevingen en stormen komen steeds frequenter voor. Het zijn natuurlijke gevolgen van een veranderend klimaat, die evenwel vaak onnatuurlijk aanvoelen. Klimaatangst en -depressie doen hun intrede. In verschillende delen van de wereld slaan mensen op de vlucht voor de extreme en noodlottige effecten van de klimaatwijziging, inmiddels een mondiale crisis.
Niet alleen het klimaat, maar ook de biodiversiteit verkeert in crisis. De kostbare verscheidenheid aan soorten planten, dieren en micro-organismen neemt zienderogen af. Moeder Natuur dreigt zodoende af te stevenen op haar faillissement. Vraag is niet wat het dieren- en plantenrijk nóg voor het mensdom kan doen, doch wel andersom. Wat kunnen wij, acht miljard homines sapientes die onze planeet rijk is, concreet ondernemen om ervoor te zorgen dat de soortendiversiteit op aarde zich herstelt en stand houdt in een sterk gewijzigd klimaat?
Foto: Beeld van een mangrovebos. kmarius via Pixabay
Who’s the big boss?
Om de klimaatverandering effectief en efficiënt aan te pakken, alsook het verlies aan biodiversiteit terug te draaien, spelen gezonde en biodiverse bosecosystemen een leidinggevende rol. Van nature beschikken bossen over het vermogen om koolstofdioxide (CO2) uit de lucht te filteren. Niet onbelangrijk is dat CO2 één van de broeikasgassen is die aan de basis ligt van de huidige klimaatopwarming. Wanneer bossen in een goede ecologische toestand verkeren, zijn ze in staat grote hoeveelheden koolstof (C) op te slaan in de bodem en biomassa. Via fotosynthese geven zij vervolgens terug zuurstof (O2) vrij in de atmosfeer. In die zin kunnen we bossen beschouwen als de ‘mondiale longen’ van de samenleving. Het proces van CO2-opslag en zuurstofvrijgave valt onder de noemer klimaatmitigatie. Bijkomend vormen heel wat bossoorten een natuurlijke buffer in een sterk veranderd klimaat. Zo zijn er de typische waterrijke bosecosystemen die bescherming bieden in overstromingsgevoelige gebieden. Concreet voorbeeld zijn de mangrovebossen met hun typerende bovengrondse wortelstructuur (Foto 1). Met een meer geleerd woord gaat het hier om klimaatadaptatie. Gezonde bossen dragen ook bij tot een evenwichtige instandhouding van de globale biologische diversiteit. Ze vormen de thuisbasis voor heel wat dieren en planten. Met andere woorden zijn ze noodzakelijk voor het voortbestaan van diverse soorten.
Naast ‘big boss’ bij de aanpak van de klimaat- en biodiversiteitscrisis bieden bossen de samenleving nog tal van andere voordelen. Enkele voorbeelden zijn de voorziening van voedsel, hout, medicijnen, proper water en lucht, het ondersteunen van de watercyclus, geestelijke verrijking, natuurbeleving en ecotoerisme. Al deze voordelen, die we kortweg ecosysteemdiensten noemen, dragen ook bij tot een duurzame ontwikkeling. Vaststaat dat tree lives matter!
Bossen terechtgesteld
Ondanks het toegenomen bewustzijn over het belang van bossen bij de aanpak van de klimaat- en biodiversiteitscrisis, blijft de druk op deze ecosystemen groot. Hun ecologische elasticiteit staat onder hoogspanning. Naast de problematiek inzake ontbossing en bosdegradatie door toedoen van de mens, is er de directe dreiging door de klimaatwijziging. Extreme hitte, aanhoudende droogte, stormen, overstromingen, bosbranden, ziektes en plagen doen de bosbiodiversiteit verder afnemen en brengen hiermee de veerkracht van het mondiaal bosareaal in het gedrang.
Een bijkomende boosdoener zijn gewapende conflicten. Deze brengen niet alleen heel wat menselijk lijden teweeg. Doorgaans gaan ze ook gepaard met dierenleed en de vernietiging van natuurlijke rijkdommen. Hierdoor vormen oorlogen een potentieel doodvonnis voor de bossen uit het betrokken conflictgebied. Ook deze zogenaamde ‘oorlogsbossen’ mogen we niet vergeten. Wie zegt dat bosveerkracht hem niet kan rekken, slaat de bal mis. De tijd dringt. Om de weerbaarheid van het globaal bosbestand te versterken, is het essentieel dat landen wereldwijd bijkomende en continue inspanningen leveren om de biodiversiteit te beschermen en de klimaatverandering efficiënt en effectief aan te pakken. Meer dan ooit dienen we de groene giganten die onze planeet nog rijk is te koesteren.
“Een natie die zijn bodem vernietigt, vernietigt zichzelf. Bossen zijn de longen van ons land, zuiveren de lucht en geven onze mensen nieuwe kracht.” (Franklin D. Roosevelt, voormalig president van V.S.A.)
Vraag is hoe we die ‘continue en bijkomende inspanningen’ concreet vorm kunnen geven door en voor onze samenleving. Anders gezegd: op welke wijze zorgen we ervoor dat bossen standhouden in tijden van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies, waar we ook als mens de vruchten van kunnen plukken?
Bossen rechtgezet
Figuur 1: Evolutie internationale en Europese milieuwetgeving sinds 1970. © Eline Brion
Zoals bij de aanpak van nagenoeg alle maatschappelijke uitdagingen, speelt het recht ook binnen dit vraagstuk een cruciale rol. Sinds de jaren zeventig – in volle flowerpower – is de aandacht voor het milieu wereldwijd sterk toegenomen, hetgeen zich ook heeft vertaald in een zichtbare toename van internationale en Europese milieuwetgeving (Figuur 1). Een eerste grote piek werd bereikt kort na de VN-Milieuconferentie van Rio in 1992, naar aanleiding waarvan diverse juridische instrumenten werden aangenomen. Daarna stagneerde de situatie tot in 2015 met de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling, gevolgd door de Klimaattop van Parijs. Vervolgens brak een nieuwe periode van relatieve juridische onveranderlijkheid aan, tot grote ergernis van de wetenschap. Inmiddels waren de gevolgen van de klimaatverandering duidelijk zichtbaar en voelbaar: de ene natuurramp volgde na de andere. Bovendien was er nog een even belangrijke, doch vaak vergeten crisis, waarmee we evenzeer rekening dienden te houden: dé biodiversiteitscrisis. En toen sloeg de coronacrisis toe.
De Europese Unie als koploper
Ondanks de vertragingen die door de COVID-19-pandemie werden opgelopen, lijkt de toenemende trend van de voor bossen relevante milieuwetgeving zich de laatste jaren opnieuw door te zetten, voornamelijk dan op Europees niveau (Figuur 1). De Europese Unie (EU) is geen Indonesië of Brazilië. Zij neemt duidelijk het voortouw en beschikt over een ambitieuze en progressieve regelgeving inzake klimaat, biodiversiteit en natuurbehoud, die vaak ook verder gaat dan de bestaande internationale milieuwetgeving. Naast een dertig jaar oude Habitatrichtlijn zijn er de meer recente EU-klimaatwet en EU-boswet, beiden aangenomen binnen het kader van de Europese Green Deal. Hiermee is de EU momenteel koploper in het hebben van een goed dwingend milieurechtskader, dat kan bijdragen tot een betere bosveerkracht. Ook wordt gewerkt aan een EU-natuurherstelwet. Onzeker blijft het of ook laatstgenoemde wet er daadwerkelijk zal komen. De bal ligt nu in het kamp van de EU-lidstaten: kiezen voor een terechtstelling of rechtzetting van bossen.
Theorie versus praktijk: veel input, weinig output
Vandaag bestaan er diverse internationale en regionale milieurechtsbronnen die op directe dan wel indirecte wijze kunnen bijdragen tot een betere bosveerkrachtbescherming. Het ontbreken van een goede uitvoering en handhaving zorgt er evenwel voor dat de relevante bepalingen niet ten volle tot hun recht komen en de gewenste resultaten op het terrein aldus grotendeels uitblijven. Bijkomend is er het gegeven dat heel wat wetgeving een niet-bindend karakter heeft. De toepassing van deze soft law hangt hierdoor vrijwel volledig af van de goodwill van landen. Ondanks de ruime juridische input is er dus nog te weinig output. Anders gezegd vindt de vrijwaring van de bosveerkracht vooralsnog hoofdzakelijk op papier plaats.
Toch nog even de kat uit de boom kijken?
Sinds enkele jaren zit de internationale en Europese milieuwetgeving in een nieuw jasje en dat voelt goed. Vraag blijft of dit vernieuwde rechtskader ook goed genoeg is voor onze bossen. Biedt het met andere woorden voldoende garanties voor het versterken van de bosveerkracht? Op dit moment is een sluitend antwoord op deze vraag niet mogelijk. Ingevolge nieuwe wetenschappelijke inzichten is de wetgeving momenteel volop aan het ‘groeien’ en dit zowel kwalitatief als kwantitatief. Die opmars zorgt ervoor dat het nog afwachten is of de nieuwe regelgeving uiteindelijk volstaat om de bosweerbaarheid afdoende juridisch te beschermen. In afwachting van een tussentijdse evaluatie hieromtrent, kunnen we wel voorzichtig aannemen dat, dankzij een kwantitatieve en kwalitatieve verbetering van de wetgeving, het juridisch vangnet voor de bosveerkracht nu minstens groter en steviger is.
Wanneer het recht tot zijn recht komt: oh DEER
Zeker is dat de bestaande internationale en Europese milieuwetgeving noodzakelijk is. Het recht ordent de samenleving. Bij ontstentenis van duidelijke regels vervallen we binnen de kortste keren in een ware anarchie en dat willen we uiteraard niet. Voor onze bossen geldt hetzelfde. Zonder concrete regelgeving zou er chaos heersen onder de bosfauna en -flora. Moeder Natuur riskeert zodoende een midlifecrisis of chronische depressie bovenop de crisissen waarin ze reeds verkeert.
Figuur 2: Schematische voorstelling van de elementen van duurzame en ‘DEER’-bosbescherming. © Eline Brion
Naast het bestaan van een goede milieuregelgeving, die vooreerst streeft naar klimaatneutraliteit en het duurzaam beheer, behoud, gebruik en herstel van bossen vooropstelt, is het belangrijk dat deze wetgeving ook ‘DEER’ is (Figuur 2). DEER staat voor: duidelijk, efficiënt, effectief en resultaatgericht. Het vormt naast duurzaamheid één van de eigenschappen die goede boswetgeving idealiter dient te hebben om de bosveerkracht succesvol te helpen vrijwaren.
Let’s talk before we walk
Een goede bosbescherming veronderstelt ook een multidisciplinaire aanpak. Het is geen zaak van één, maar van allen. Om te komen tot een samenhangend en doeltreffend geheel van kennis en praktijk, dienen alle belanghebbenden, waaronder politici, beleidsmakers, juristen, wetenschappers, organisaties en bedrijven samen te werken. Naast multidisciplinaire en internationale samenwerking is ook interdisciplinaire en interstatelijke dialoog essentieel. Alleen zo is een duurzame transitie mogelijk richting een klimaatneutrale, biodiverse en gezonde samenleving, die ook de nodige ondersteuning biedt voor de veerkracht van het globaal bosareaal.
Moet er nog een tandje bij?
Om de gewenste resultaten te boeken die de wetgeving vooropstelt, dienen de toepassing en handhaving ervan optimaal te zijn. Zowel op internationaal als Europees niveau kan er op dit vlak nog altijd een tandje bij. Belangrijk is dat hiervoor voldoende middelen beschikbaar zijn. Zo zijn er afdoende financiële stimuli nodig om alle relevante sectoren wereldwijd te betrekken. Minstens is er een betere betrokkenheid van de sector ‘landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw’ (LULUCF) vereist. Deze sector beschikt met name over een groot potentieel op het vlak van klimaatmitigatie- en adaptatie, dat ook de bosveerkracht ten goede komt. Het busje komt zo, het bosje wellicht een beetje later.
Weten leidt tot eenheid, onwetendheid tot verscheidenheid
Cross-sectorale betrokkenheid gaat evenwel niet vanzelf en is evenmin vanzelfsprekend. Verschillende ecologische, sociale en economische belangen staan op het spel. Omdat de meningen echter te verdeeld blijven, veelal uit onwetendheid, komen landen niet tot eensgezindheid en gaat kostbare tijd verloren. Meer actieve en passieve informatie-uitwisseling over de impact van de klimaat- en biodiversiteitscrisis, alsook over de mogelijkheid en haalbaarheid van oplossingen, blijft op dit punt aanbevolen. De wetenschap speelt hierin een cruciale rol. Weten leidt tot eenheid, onwetendheid tot verscheidenheid. Meer begrip en kennis kan helpen om de onderscheiden nationale, regionale en lokale belangen beter op elkaar af te stemmen. Dit vergroot de kans op een klimaatrechtvaardige, eerlijke en billijke consensus, die zowel voor de samenleving als de natuur voordelen biedt.
Foto 2: Sfeerbeeld in Bomal-sur-Ourthe, Durbuy. © Eline Brion
SOS bos: geen Bolsonaro-praktijken, maar intensive care
Wat hebben we geleerd vandaag? U hoeft niet langer een boomknuffelaar te zijn of deel uit te maken van de groene intelligentsia om de symbolische weg te (h)erkennen die bestaat tussen en met bomen (Foto 2). Ondanks het negatieve beeld en gevoel dat de klimaat- en biodiversiteitscrisis teweegbrengen, is er ook ruimte voor voorzichtig optimisme. Ja, er is nog hoop voor onze bossen en toekomst. Even terug naar de Europese natuurherstelwet. Deze toekomstige wet biedt het vooruitzicht bossen uit de nood te helpen. Onder de noemer ‘natuurherstel’ voorziet zij met name de intensieve zorgen die bosecosystemen nodig hebben om overeind te blijven. U zult zien dat op termijn ook de samenleving de vruchten zal kunnen plukken van die intensive care. De boom in met de Bolsonaro-praktijken!